Nederlands-Indië 1942-1945
In januari 1942 valt het Japans leger het eiland Tarakan aan de kust van Borneo (nu ook wel Kalimantan genoemd) binnen. Hierna vinden al snel gevechten plaats op zee. Na 2 maanden geeft Het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) zich over. Een deel van de overwonnen Europeanen werden gescheiden van de Nederlands-Indische bevolking en in krijgsgevangenen of burgerkampen gevangen genomen. In het begin steunde Indonesië de Japanners, maar na een tijdje veranderde dat omdat hun leefsituatie steeds slechter werd. Miljoenen mannen werden door de Japanners gedwongen te werken als ramusha (dwangarbeiders). Ze moesten bijvoorbeeld werken aan de Birma-spoorweg. Ook Nederlandse en geallieerde krijgsgevangenen (mensen uit hun eigen land) werden gedwongen om te werken, onder andere aan de spoorweg. Pas in augustus 1945 word Nederlands-Indië bevrijd. Nog in de maand augustus riep Indonesië de onafhankelijkheid (ze hoorden niet meer bij Nederland). Na een gewelddadige 'Bersiap'(periode) slaan de Nederlandse troepen hard terug. Door druk van andere landen trekken de Nederlandse troepen zich terug. Veel inwoners van Nederlands-Indië gingen naar Nederland.

Arbeiders werken aan spoorweg Birma